Nationaal Rapporteur doet beroep op burgemeesters in aanpak mensenhandel

Burgemeesters zijn onmisbaar in de aanpak van mensenhandel, maar zien dat zelf nog niet voldoende in. Dat is de kernboodschap van het nieuwste rapport van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. Nationaal Rapporteur Corinne Dettmeijer onderzocht hoe gemeenten samen met onder meer politie, Openbaar Ministerie en opvang- en zorginstellingen mensenhandel aanpakken. Op basis van een studie naar de gemeenten Arnhem, Emmen, Eindhoven en Vlaardingen beschreef zij best practices en knelpunten binnen de gemeentelijke aanpak. Annemarie Jorritsma, voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, nam het rapport vandaag in ontvangst.

Geen prostitutie, dus geen mensenhandel?

Mensenhandel kan in iedere gemeente in Nederland voorkomen. Daarvan is niet iedere gemeente zich bewust. “Het beeld bestaat soms dat mensenhandel alleen in prostitutiegebieden in de steden voorkomt”, aldus de rapporteur. “Maar ook in gemeenten zonder prostitutiegebied bestaat seksuele uitbuiting, bijvoorbeeld in hotels of in woningen.” Met het rapport wil de rapporteur gemeenten laten inzien dat mensenhandel zich ook afspeelt in andere sectoren. Sectoren als de land- en tuinbouw, schoonmaak, horeca en bouw – bedrijfstakken die in alle Nederlandse gemeenten voorkomen. Een van de bekendste uitbuitingszaken – op een aspergekwekerij in het Brabantse Someren – laat zien: mensenhandel kan overal voorkomen.

Ontwikkel lokaal beleid

De rapporteur roept alle gemeenten op om beleid te ontwikkelen om mensenhandel tegen te gaan en een samenwerkingsverband aan te gaan met alle relevante partijen binnen de gemeente, zoals politie, Openbaar Ministerie, Belastingdienst en de Kamer van Koophandel. Een bijzondere rol ziet zij daarin weggelegd voor de burgemeester. “Hij is met zijn aanzien, netwerk en coördinatievermogen bij uitstek de persoon die de aanpak op kan zetten, partijen bijeen kan brengen en zaken vlot kan trekken”, aldus de rapporteur. Partijen kunnen samen onbewust aanwijzingen hebben van mensenhandel. “Regelmatig zien we dat verschillende partijen allemaal een stukje van een puzzel hebben, zonder dat ze het beseffen. Pas als je die puzzelstukjes bij elkaar legt, komt uitbuiting in beeld.”

Waterbedeffect

Mensenhandel is niet gebonden aan gemeentegrenzen. Het verplaatst zich gemakkelijk naar gemeenten waar het toezicht minder strikt is. De ontwikkeling van beleid kan daarom niet beperkt blijven tot de gemeentegrenzen, vindt de rapporteur. Gemeenten moeten hun beleid regionaal afstemmen om verplaatsingseffecten tegen te gaan.

Vergeet het slachtoffer niet

Los van het opsporen, oppakken en berechten van daders en faciliteerders heeft het slachtoffer behoefte aan specifieke zorg. Hulpverlenings- en opvanginstellingen moeten daarom worden betrokken bij de gemeentelijke samenwerking. “Een meisje dat slachtoffer is geworden van een loverboy en is uitgebuit in de Randstad, wil misschien graag terugkeren naar haar veilige omgeving in Limburg en daar hulp ontvangen. Die hulp moet er dan zijn.”

Het rapport is te downloaden via onderstaande link.