Nieuwe kerncijfers mensenhandel

Verdachten van mensenhandel zijn in 2012 en 2013 vaker veroordeeld dan in de jaren daarvoor. Sinds 2010 legt de rechter bovendien steeds zwaardere straffen op. In 2013 werden 1.437 mogelijke slachtoffers van mensenhandel geregistreerd. Daarvan is bijna een derde Nederlands. Dat blijkt uit onderzoek van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen op basis van cijfers van het Openbaar Ministerie en CoMensha over de periode 2009-2013. Vandaag verschijnen twee publicaties als updates van het rapport “Mensenhandel in en uit beeld II”, dat de Nationaal Rapporteur in mei 2014 uitbracht.

Meer mensenhandelaren veroordeeld

Gemiddeld kwamen in de periode 2009-2013 jaarlijks 150 verdachten voor de rechter. In 2012 en 2013 kwam de rechter in ruim 70% van de zaken tot een veroordeling voor mensenhandel. In de periode 2007-2011 lag dit percentage beduidend lager, namelijk tussen de 50% en 60%.

Mensenhandel zwaarder gestraft

Wanneer de rechter veroordeelt, wordt meestal (87%) een onvoorwaardelijke of deels voorwaardelijke vrijheidsstraf opgelegd. In de onderzochte periode is de gemiddelde duur van het onvoorwaardelijke deel twee jaar. Sinds 2010 neemt de gemiddelde opgelegde duur ieder jaar toe: van 1 jaar en 8 maanden in 2010 naar 2 jaar en 2 maanden in 2013. Deze ontwikkeling naar zwaardere straffen is in lijn met de verhoging van de maximale strafbedreiging in 2009, waarmee de wetgever de ernst van het misdrijf mensenhandel heeft willen benadrukken.

Wie zijn de mogelijke slachtoffers?

In 2013 werden 1.437 mogelijke slachtoffers van mensenhandel geregistreerd bij CoMensha. De grootste groep slachtoffers heeft de Nederlandse nationaliteit (32%), gevolgd door de Roemeense (13%), Hongaarse (12%) en Bulgaarse (9%) nationaliteiten. Veruit de meerderheid van de mogelijke slachtoffers (88%) is vrouw. Net als in voorgaande jaren valt het grootste deel (33%) van de mogelijke slachtoffers in de categorie 18 t/m 23 jaar. Er is ten opzichte van 2012 een lichte stijging zichtbaar in het aantal minderjarige slachtoffers. Dit valt te verklaren doordat voogdijinstelling Nidos buitenlandse minderjarigen is gaan melden. In 2013 waren 259 mogelijke slachtoffers minderjarig, 64% van hen had de Nederlandse nationaliteit. De Rapporteur benadrukt dat het aantal geregistreerde mogelijke slachtoffers niets zegt over de totale omvang van mensenhandel in Nederland.

Sectoren van uitbuiting

Net als voorgaande jaren is veruit de grootste groep mogelijke slachtoffers uitgebuit in de seksindustrie. Het valt op dat in 2013 zowel relatief als absoluut minder gevallen van uitbuiting buiten de seksindustrie zijn gemeld dan voorheen. De belangrijkste sectoren zijn de land- en tuinbouw en de scheep- en binnenvaart.