Regering aan zet in aanpak seksueel geweld tegen kinderen

Uit de beleidsreactie van de staatssecretaris van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op de Slachtoffermonitor Seksueel geweld tegen kinderen 2017-2021 blijkt dat we dezelfde zorgen delen, maar een ander beeld hebben van wat de Nederlandse overheid hieraan moet doen. ‘Kinderen wachten te lang op de juiste hulp. Het is tijd dat de Nederlandse overheid zijn verantwoordelijkheid gaat nemen en de regie pakt’, zegt Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen Conny Rijken.

Uit de Slachtoffermonitor seksueel geweld tegen kinderen 2017-2021 blijkt dat meer effectieve preventie en passende hulp voor slachtoffers van seksueel geweld nodig is. In de beleidsreactie reageert de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) ook namens de minister voor Rechtsbescherming, de minister van Justitie en Veiligheid, de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en de minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs op deze bevindingen.

Passende zorg

De beschikbaarheid en toegankelijkheid van passende hulp voor kinderen die seksueel geweld hebben meegemaakt is essentieel voor hun herstel. Uit de Slachtoffermonitor blijkt dat kinderen niet altijd de hulp krijgen die zij nodig hebben of dat zij er te lang op moeten wachten. De Nationaal Rapporteur heeft daarom aanbevolen om een hulpaanbod te realiseren dat aansluit bij de behoeften van slachtoffers.

In de beleidsreactie verwijst de staatssecretaris in antwoord op deze aanbeveling naar de Hervormingsagenda Jeugd, die moet gaan zorgen voor betere jeugdhulp, en naar het Nationaal Actieprogramma Aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. Echter, het ontbreekt in de beleidsreactie aan het erkennen van de overheid als stelselverantwoordelijke voor het beschermen van kinderen die seksueel geweld hebben meegemaakt. Het garanderen van de passende hulp is daar onderdeel van.

Tijd voor concrete stappen

Hoewel de Hervormingsagenda Jeugd een verbetering in de jeugdzorg zou kunnen betekenen laat de Hervormingsagenda al te lang op zich wachten. Deze week maakte de staatssecretaris van VWS bekend dat de deadline voor het opleveren van de Hervormingsagenda op 1 maart opnieuw niet gehaald zal worden.

In het Nationaal Actieprogramma Aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld is weliswaar aandacht voor goede, toegankelijke hulpverlening, maar is dit nog onvoldoende concreet gemaakt. Het is aan de overheid en de staatssecretaris van VWS in het bijzonder om de stelselverantwoordelijkheid op dit thema om te zetten in concrete stappen die ervoor zorgen dat kinderen die seksueel geweld meemaken zonder vertraging de hulp krijgen die zij nodig hebben om te herstellen.  

Effectieve preventie en de rol van de overheid

Goede voorlichting op school over seksualiteit en seksuele diversiteit kan helpen ter voorkoming van seksueel geweld tegen kinderen. Maar uit de recente Slachtoffermonitor seksueel geweld tegen kinderen blijkt dat bewezen effectieve interventies nog te weinig worden toegepast.

De staatssecretaris van VWS, de minister van OCW en de minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs erkennen het belang van effectieve interventies ter voorkoming van seksueel geweld tegen kinderen. Zij onderschrijven de aanbeveling van de Nationaal Rapporteur om te zorgen voor een coherent aanbod en uniforme implementatie. In de beleidsreactie op de Slachtoffermonitor staat dat de kerndoelen zullen worden aangepast. ‘Het is nodig dat de overheid hierin nu de regie pakt en naast aanpassen van de kerndoelen ook duidelijk richting geeft aan scholen over hoe die uitvoering moeten geven aan deze kerndoelen’, zegt Rijken.

Forensisch Medisch Onderzoek bij kinderen

In de Slachtoffermonitor uit de Nationaal Rapporteur haar zorgen over hoe het Forensisch Medisch Onderzoek (FMO) bij kinderen in Nederland is geborgd. ‘Door een tekort aan forensisch artsen, is er op dit moment geen oplossing die kwaliteit structureel en duurzaam borgt. Dat is zorgelijk. Des te meer omdat specifieke expertise essentieel is voor een kindvriendelijk onderzoek na seksueel geweld.’

Naar aanleiding van de aanbeveling in de monitor dienden Tweede Kamerleden Van Der Staaij en Bikker een motie in met het verzoek aan de regering om ‘een duurzame oplossing te realiseren voor het uitvoeren van forensisch medisch onderzoek bij minderjarige slachtoffers van seksueel geweld waarbij de juiste forensisch-medische expertise geborgd is en artsen in staat zijn om deze expertise op peil te houden’. De motie werd unaniem aangenomen.

‘Bewijs dat voortkomt uit FMO kan moeilijk op andere manieren verzameld worden en is daarmee cruciaal in een strafzaak. Het is daarom essentieel dat de specifieke expertise wordt geborgd’, zegt Nationaal Rapporteur Rijken. ‘Het is positief dat er momenteel naar een langetermijnoplossing wordt gezocht. Ik zal deze ontwikkeling nauwlettend blijven volgen.’