25 jaar Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen: ‘Een instituut dat idealiter niet nodig is’
Al 25 jaar brengt de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen de aard en omvang van mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen in Nederland in kaart en adviseert het instituut de regering over de bestrijding ervan. Bij deze belangrijke mijlpaal werd gister stilgestaan tijdens een jubileumbijeenkomst met organisaties die zich bezig houden met de bestrijding van mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen. Wat in 2000 begon als een klein team dat pionierend werk verrichtte, is in een kwart eeuw uitgegroeid tot een gezaghebbend instituut dat door onderzoek, advies en bewustwording bijdraagt aan een effectievere aanpak van mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen.
“Een noodzakelijke taak”, stelt Nationaal Rapporteur Conny Rijken. “Idealiter zou ons instituut niet nodig zijn, maar de realiteit toont aan dat de problematiek onverminderd urgent blijft. In de strijd tegen mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen is het van groot belang alert op nieuwe ontwikkelingen te blijven en innovatief te zijn. Er komen helaas steeds nieuwe vormen van uitbuiting en mishandeling bij, waarbij internationale netwerken en digitalisering een grote rol spelen.”
Jubileum markeert kwart eeuw inzet
Het jubileum op 15 mei in Diligentia bracht zo'n 150 professionals die zich in hun werk inzetten om mensenhandel en seksueel geweld te bestrijden. De middag werd geopend met een speech van huidig Nationaal Rapporteur Conny Rijken. Ze benadrukte hierin de onafhankelijke positie van het instituut, waardoor zij kan onderzoeken en adviseren met alleen verbetering van de aanpak van mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen als doel. Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, Ingrid Coenradi sprak in haar bijdrage over het belang van uit de schaduw halen van deze problematiek. Het vergt moed om er over te kunnen spreken, aldus de staatssecretaris. Ze sprak ook over het belang van kennis en inzichten in de problematiek en de belangrijke taak van de Nationaal Rapporteur hierin.
Farid Tabarki sprak in zijn key-note over maatschappelijke en technologische ontwikkelingen die nu en in de toekomst effect hebben op de ontwikkeling van zowel mensenhandel als seksueel geweld tegen kinderen. Tot slot vond er een bijzonder groepsgesprek plaats waarin de dagvoorzitter Eva Kuit in gesprek ging met huidig Nationaal Rapporteur Conny Rijken en haar voorgangers. Tijdens deze terugblik deelden Dien Korvinus, Corinne Dettmeijer-Vermeulen en Herman Bolhaar hun ervaringen en inzichten uit hun ambtsperiodes, wat een interessant beeld gaf van de ontwikkeling van het instituut door de jaren heen.
25 jaar Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen






Vooruitgang in aanpak van mensenhandel
De afgelopen 25 jaar heeft Nederland aanzienlijke vooruitgang geboekt in de strijd tegen mensenhandel. Zowel op het gebied van wetgeving, opsporing als op slachtofferhulp. Zo is de strafbaarstelling van mensenhandel uitgebreid van seksuele uitbuiting naar arbeidsuitbuiting, criminele uitbuiting en overige vormen van uitbuiting. Naast gespecialiseerde opsporingsteams en mensenhandelofficieren bij het Openbaar Ministerie zijn er de afgelopen jaren ook gespecialiseerde rechters gekomen. Ook werden mogelijkheden voor internationale samenwerking uitgebreid en geïntensiveerd, onder meer met Europol. Voor buitenlandse slachtoffers werd de ‘Categorale opvang slachtoffers mensenhandel’ gerealiseerd en er kwam speciale opvang voor slachtoffers met multiproblematiek.
Ondanks deze mijlpalen blijft de aanpak naar deze schendingen van mensenrechten gebrekkig, evenals de opvang van slachtoffers. “De pakkans van daders is helaas nog laag, met name arbeidsuitbuiting en criminele uitbuiting worden vaak niet gezien, en medewerking aan een strafprocedure is nog steeds een voorwaarde voor verblijfsrecht voor buitenlandse slachtoffers en daarmee ook een voorwaarde voor toegang tot hulp en opvang,” zegt Rijken. “Bovendien ontbreekt er landelijke structuur voor de coördinatie van de aanpak. Organisaties worden nog te weinig aangesproken op hun verantwoordelijkheid of het is niet duidelijk wie welke verantwoordelijkheid heeft.”
Belangrijkste stappen in de strijd tegen seksueel misbruik van kinderen
Ook op het terrein van seksueel geweld tegen kinderen zijn er de afgelopen 25 jaar belangrijke stappen gezet. De verjaringstermijn voor seksueel geweld tegen kinderen is afgeschaft, het Centrum Seksueel Geweld werd opgericht en er kwam een verplichte meldcode voor professionals bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. Er is meer aandacht voor de gevolgen van seksueel misbruik bij kinderen, ook op de lange termijn, en er is meer inzicht in het gedrag van daders. Ten slotte is voorlichting op scholen nu meer gericht op gezonde relationele en seksuele vorming en is er een toename te zien in verdere weerbaarheidsprogramma’s.
Desondanks zijn ook hier serieuze knelpunten. De wachtlijsten in de jeugdzorg zijn lang, de rechtsgang is traag, en online misbruik is toegenomen. “Zeker bij kwetsbare kinderen worden signalen vaak gemist. En voor daders is er nog te weinig preventieve hulp beschikbaar”, vertelt Rijken. “Voorlichting op scholen over wat wel en niet toelaatbaar is en hoe seksualiteit bespreekbaar moet worden gemaakt blijft onverminderd nodig, evenals het ontkrachten van onwaarheden over dergelijke voorlichting”.
Politieke wil en morele moed
De afgelopen 25 jaar toonden dat verandering mogelijk is. Maar de strijd tegen mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen vraagt om onverminderde inzet en blijvende samenwerking. Rijken laat weten dat er op beide gebieden nog veel werk te doen is. Volgens de Nationaal Rapporteur is de kennis en capaciteit in Nederland in ieder geval wel aanwezig: “We moeten durven kijken naar wie en wat onzichtbaar is: het kind dat zijn mond houdt, de arbeidsmigrant die in stilte in keukens en kassen wordt uitgebuit. Achter elk cijfer zit een mens met een verhaal dat nooit had mogen gebeuren. Als we écht een veilige samenleving willen, moeten we hen durven zien en beschermen voor het misgaat. We hebben de kennis. We hebben de middelen. Wat we nog nodig hebben is de politieke wil en de morele moed om niet weg te kijken en betere coördinatie en organisatie van de aanpak.”
Geschiedenis van de Nationaal Rapporteur
De functie van Nationaal Rapporteur Mensenhandel werd in 2000 ingesteld na een aanbeveling van de Haagse Verklaring van de Europese Unie uit 1997. Het mandaat was initieel gericht op het in kaart brengen van de aard en omvang van mensenhandel in Nederland. In 2009 kreeg de Nationaal Rapporteur er op initiatief van de Tweede Kamer een tweede mandaat bij: de aanpak van kinderpornografie. Dit mandaat werd in 2012 verbreed naar alle vormen van seksueel geweld tegen kinderen. In 2013 werd het instituut wettelijk verankerd in de Wet Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen.