Mensenhandel komt in veel verschillende sectoren van de samenleving voor en blijft vaak verborgen. Slachtoffers durven vaak geen aangifte te doen door bedreiging of chantage, schaamte of angst. Om nieuwe slachtoffers te voorkomen, slachtoffers goed te helpen, en daders te berechten, is inzicht nodig in de kenmerken van mensenhandel en hoe vaak het voorkomt. Die inzichten zijn nodig om een goede aanpak te maken met maatregelen voor zowel slachtoffers als daders. En om vervolgens te meten of die aanpak echt werkt. Voor de aanpak van mensenhandel zijn dan ook alle partijen nodig die daaraan kunnen bijdragen, zoals het OM en de politie, gemeenten, hulpverleningsinstellingen, NLA, NGO’s, scholen, artsen en het bedrijfsleven.

Effectief governance model voor de aanpak mensenhandel

De Nationaal Rapporteur heeft de regering per brief geadviseerd over de noodzaak om verbeteringen door te voeren in de aansturing van de aanpak mensenhandel; de zogenoemde governance. Volgens de Nationaal Rapporteur schiet de huidige aanpak op dit punt tekort door een gebrek aan centrale regie en onvoldoende samenhang in de inspanningen van de vele betrokken partijen.

De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) heeft in het rapport National leadership to end human trafficking uiteengezet welke drie pijlers nodig zijn voor een allesomvattende aanpak mensenhandel. Deze drie pijlers vormen de zogenoemde Anti-trafficking Architecture en bestaan uit:

Deze pijlers komen (deels) overeen met de verplichtingen die volgen uit internationale instrumenten zoals de EU Richtlijn Mensenhandel (Richtlijn (EU) 2024/1712, artikel 19) en het verdrag van de Raad van Europa inzake de bestrijding van mensenhandel. . Alleen wanneer de taken en bevoegdheden van alle betrokkenen in de aanpak mensenhandel duidelijk zijn vastgelegd en voorzien van de benodigde bevoegdheden en mandaten kan de aansturing en daarmee de governance van de aanpak mensenhandel vorm krijgen.

Nationaal Actieplan en Nationaal Verwijsmechanisme

Naast de drie pijlers van de Anti-trafficking Architecture vormen een Nationaal Actieplan en een Nationaal Verwijsmechanisme onmisbare elementen van een Anti-trafficking Architecture. Beiden worden opgesteld binnen de  Commissie of de Taskforce onder regie van en in nauwe samenwerking met de Nationaal Coördinator. Een Nationaal Actieplan bevat een strategische en gedetailleerde visie op de aanpak mensenhandel en zet beleid om in actie.

Een Nationaal Verwijsmechanisme biedt het kader waarbinnen overheden hun verplichtingen vervullen om de mensenrechten van slachtoffers van mensenhandel te beschermen en te bevorderen en waarbinnen zij hun inspanningen op dit vlak coördineren samen met maatschappelijke organisaties, de private sector en andere partners in het veld. Het doel is te verzekeren dat alle (vermoedelijke) slachtoffers van mensenhandel toegang hebben tot hun rechten, ongeacht wie ze zijn, wat ze hebben gedaan en of ze bereid zijn mee te werken aan opsporingsdiensten en ongeacht of ze in Nederland, internationaal of online zijn uitgebuit. De procedures hiervoor zijn vastgelegd in het Nationaal Verwijsmechanisme. De OVSE heeft een Handboek voor dergelijke verwijsmechanismen en stelt daaraan de volgende eisen: een verwijsmechanisme is multidisciplinair, slachtoffer-gericht, gebaseerd op mensenrechten, gender sensitief, trauma-geïnformeerd en leeftijdsconform.