Slachtoffermonitor mensenhandel 2012-2016

Binnenlandse seksuele uitbuiting is in Nederland de meest voorkomende vorm van mensenhandel: per jaar zijn er bijna 3.000 slachtoffers. Nederlandse meisjes vormen een grote groep slachtoffers: 1.320 meisjes worden slachtoffer. Zij komen echter het minst in beeld. En krijgen zo dus niet de bescherming die zij nodig hebben. Dat blijkt uit de Slachtoffermonitor mensenhandel 2012-2016.

Het geschatte aantal slachtoffers van mensenhandel blijkt meer dan vijf keer zo groot als het aantal geregistreerde slachtoffers en komt neer op ongeveer 6.250 slachtoffers per jaar. Voor het eerst brengt de Nationaal Rapporteur zo’n schatting van het daadwerkelijke aantal slachtoffers van mensenhandel uit, op basis van haar onderzoek in samenwerking met de United Nations Office on Drugs and Crime. Tot nu toe was het alleen mogelijk te rapporteren over het aantal geregistreerde slachtoffers. Het daadwerkelijke aantal ligt veel hoger, omdat mensenhandel zich voor een groot deel onder de radar afspeelt.

Slechts 11 procent minderjarige meisjes in beeld

Binnenlandse seksuele uitbuiting is in Nederland de meest voorkomende vorm van mensenhandel: het overkomt bijna 3.000 vrouwen per jaar. Zij vormen daarmee 46 procent van het totaal. Voor bijna de helft gaat het om minderjarige meisjes. 1.320 minderjarigen zijn slachtoffer van seksuele uitbuiting. Deze groep minderjarige slachtoffers is tegelijkertijd het minst in beeld. Slechts 11 procent komt terug in de meldingen.

Aantal meldingen daalt

Het aantal meldingen van slachtoffers van mensenhandel is de afgelopen vijf jaar sterk afgenomen, van 1.287 in 2012 naar 952 in 2016. In 2016 daalde het aantal met 17 procent ten opzichte van 2015. Nationaal Rapporteur Corinne Dettmeijer: ‘Ik maak me ernstige zorgen over het dalende aantal meldingen. Mensenhandel neemt namelijk niet af: we weten nu dat het aantal slachtoffers 6.250 per jaar is. Dat betekent dat een steeds groter deel van de mensenhandel buiten beeld blijft. Dit zou aanleiding voor de politie moeten zijn om extra capaciteit vrij te maken voor de bestrijding van mensenhandel.’

Wat wordt gemeten, wordt aangepakt

De Nationaal Rapporteur hecht grote waarde aan het meten van de omvang van mensenhandel. Op basis van deze cijfers wordt namelijk de aanpak van mensenhandel gebaseerd. Betere melding van slachtoffers door de politie en andere instanties is daarvoor erg belangrijk. Net als het uitvoeren van een schatting naar het werkelijke aantal slachtoffers, zoals nu voor het eerst is gedaan. Dettmeijer: ‘Deze schattingsmethode laat niet alleen het aantal slachtoffers zien, maar ook welke sectoren en welke groepen slachtoffers het minst in beeld zijn. Het maakt zichtbaar wat we niet wisten, waar blinde vlekken zitten.’ De Nationaal Rapporteur beveelt de ministers van Veiligheid en Justitie en Buitenlandse Zaken aan periodiek een schatting te laten maken, zodat de resultaten van de aanpak van mensenhandel gemonitord worden.